It’s been a while. I know. Maar ik ben niet thuis geweest. Yup yup, deze jongedame was weer piepedada. Riebedebie. Foetsie. Hoe hing het in z’n werk?
Een goeie week geleden, op woensdag 23 mei, was ik aan het koken. Nu ja, ik heb nooit veel kaas gegeten van ingrediënten omvormen tot een smakelijke maaltijd, dus was dat die avond ook zo. Ik was net een gevecht aangegaan met een reuzenchampignon. Ik wou die opvullen, maar het weerbarstige ding bleef zijn steeltje maar vasthouden, en dat moest eruit wou ik er iets insteken. En ik wou hem zo graag opvullen met schimmelkaas. Bon, waarom ik soms nog de moeite neem om receptjes te volgen. I don’t know. Wat ik wel weet, is dat op dat eigenste moment, de bel ging. Ik deed open, en tot mijn niet zo grote verbazing stond Fred daar, samen met een troela, dat was dan wel weer tot mijn zeer grote verbazing.
Fred was weggelopen bij Mary en Dirk, omdat die alsmaar verder gingen met hun ‘Experiment in elkaar verkennen en negeren en klaarkomen’. Jullie hebben hier nog niets over gehoord, want ik was daar nog niet geraakt met mijn reisverslag, maar bon, dat moet nu even wijken voor de dramatische gebeurtenissen die zich na mijn vertrek hadden voorgedaan.
Volgens Fred begon het de avond van mijn vertrek. Mary was zeer kregelig tegenover hem en verweet hem veel te veel met mij bezig geweest te zijn, en haar totaal linkst te laten liggen. Er was een zeer gespannen sfeer. Mary stelde voor de ontgiftingsdans te doen. Fred kon niets anders dan instemmen, aangezien hij eigenlijk zijn kost en inwoon toch van hen kreeg. Dirk had zich net aan de piano gezet toen de bel ging.
‘Ik ging openmaken, en daar stond Floritsjna’, hij zei het bijna verontschuldigend terwijl hij naar zijn metgezel wees. Meteen wist ik ook wie het wulpse ding aan zijn zijde was.
‘Mary ging helemaal door het lint, ze begon te roepen en te schelden, en verweet iedereen in een complot tegen haar te zitten. Ondertussen zat Dirk bij het zien van Floritsjna letterlijk te kwijlen, ik zag zelden zo’n verlangen in een klodder speeksel.’
Meteen checkte ik m’n mond om te zien of alles langs de buitenkant nog droog was. Want wat Dirk in Floritsjna zag, wel, ik denk dat ik dat ook zag. Ik denk graag over mezelf als een welopgevoede heteroseksuele dertiger, maar, ook al dacht ik er niet zo over, ik zou zowaar aan mijn geaardheid beginnen twijfelen als ik Floritsjna zag. Jongens, ik kan eerlijk, op alles wat me waard is, zweren dat ik nog nooit zo’n mooie borstjes zag. Niet te groot, niet te klein, een goed handvol en door haar luchtige kleedje zichtbaar. Wat ik ook zag, was dat Floritsjna duidelijk koud had. Of zin natuurlijk. Ik weet het niet. Fred bleef haar constant omarmen, wat me eigenlijk helemaal niet zinde. Zo’n vrijpostigheid kan je nog enigszins aannemen bij jongverliefden, maar dit was Fred, niet jong en bij mijn weten nooit verliefd. Hij liep zijn jongeheer achterna, en voor de tweede keer sinds ik hem kende, kon ik hem geen ongelijk geven.
‘Na even naar haar zever geluisterd te hebben’, zijn we allebei vertrokken. Ik liet alles wat ik had achter en lifte met Floritsjna richting nergens, het enige wat ik wou, was weg van Mary.
Op dat moment ging de telefoonbel. Ik nam op.
‘Met ik’
Ik keek terwijl naar Fred die z’n armen niet zomaar rond het lijf van Floritsjna had geslaan, maar eerder een verkenningstocht langs alle glooiingen was gestart.
‘Dag Mary’
Fred rukte zich om en deed teken dat hij er niet was.
‘Ja, ik ben al bekomen, al weet ik nog altijd niet wat ik er allemaal van moet denken.’
‘Nee? Weggelopen? Wanneer?’
‘Ok, als ik iets verneem laat ik het je meteen weten, voor zijn eigen veiligheid’