De zaterdagnamiddag verliep vrij rustig. Mary hield zich vooral bezig met de barbecuevoorbereidingen en met het bijvullen van mijn glas. Dirk zat constant voor de pc. En Fred speelde vooral paardje voor Sarah en Lotte. Ik had mijn boek, een eerste editie van Alice In Wonderland, erbij genomen maar mijn gedachten dwaalden steeds af naar wat er zich zou kunnen afspelen tussen Mary en Fred. De Suze hielp ook niet om mijn gedachten er bij te houden. Ik was wel vertederd door het schouwspel dat Fred opvoerde. Zoals hij met die twee meisjes bezig was, het moet elke vrouw wel bewust van haar biologische klok gemaakt hebben. Tegelijkertijd begreep ik niet hoe Mary me ’s ochtends zo kon waarschuwen voor Fred en nu haar twee dochters zo kon overlaten aan zijn zorgen. Ik werd echter uit mijn gedachtengang gehaald door Mary die me Noah en een zuigfles in mijn handen duwde.
“Ofwel ga jij verder doen met het preparen van de slaatjes, ofwel geef jij Noah zijn fles. Nee? Ik dacht het al. Een keukenprinses ben je nooit geweest, een moederkloek al evenmin, maar ik denk wel dat je meer terecht brengt van de jongen te geven wat hij wil, dan van het kuisen van groenten.”
Ze had niet eens op mijn antwoord gewacht en had daarbij mijn keuze al bepaald. Ik was veel liever tomaten en paprika’s gaan schoonmaken, dan dat rubber tussen de lippen van dat voor mij veel te kleine schepsel te duwen. Ik heb steeds angst iets faliekant verkeerd te doen als ik zo’n jong leven in m’n armen houd. Ten andere, ik heb een hekel aan het laten zuigen, stoppen, boeren, weer zuigen, weer boeren, en zo verder tot de fles leeg is. Kinderen worden pas leuk als ze twintig zijn. Dan kan je daar iets zinnig tegen zeggen zonder een gemor en geklungel als antwoord terug te krijgen. Schrik om dan iets verkeerd te doen is er ook al niet bij aangezien ze meerderjarig zijn en verantwoordelijk voor wat ze uitspoken, dat is een leeftijd waarop ik een jonge man in m’n armen wil houden.
De fles werd uiteindelijk leeggedronken en het kereltje viel als een blok in slaap. Ik durfde niet rechtop te staan, en moest dus wachten tot Mary me van het schepsel kwam verlossen. Ze kwam na anderhalf uur voor me staan, een glas wijn in haar ene hand en een sigaret in haar andere hand.
“Ooh, laat me eens trekken, ik snak al de hele tijd naar een sigaret en ben die blijkbaar vergeten”
“Niet als je Noah vasthoudt, dat gebeurt hier niet” en ze vertrok opnieuw naar binnen om terug te keren met een farde Tigra, mijn merk.
“Hier, ik had al zo’n vermoeden vanmorgen dat je er geen meer had. Gestopt was je zeker niet want de rook hing nog om je geen. Dit is toch je merk hé?”
“Jaja, dat is m’n merk. Je doet me nu wel watertanden”
Ze vertrok opnieuw naar binnen, kwam terug naar buiten met Dirk in haar kielzog. Dirk nam Noah van me over en nam hem mee naar binnen. Mary kwam naast me zitten en gaf me de farde. Ik stak meteen een sigaret op, en voelde me zweven in m’n hoofd.
“Je bent nog geen haar veranderd.”
“Jij een klein beetje, dat zal door je kinderen zijn neem ik aan.”
“Mogelijks, dat en Lilith natuurlijk.”
“Lilith?”
“Mijn mentor. Mijn raadgever. Lilith is sinds ik hier ben komen wonen mijn licht en gids geworden. Zonder haar weet ik niet waar ik nu zou staan.”
Tuesday, 22 May 2007
Monday, 21 May 2007
Rood of geel?
Mary en Dirk arriveerden in uiterst vrolijke stemming. Ze hadden de koffer van de auto vol met etenswaren zitten en Mary stamelde iets van die avond te barbecuen. Fréderique en ik stonden op om te helpen. Terwijl ik Mary passeerde, nam ze m’n arm vast en trok me even opzij.
“Fréderique heeft je hopelijk niet te lastig gevallen met wilde verhalen?”
“Nee hoor, hoezo?”
“Wel, sinds zijn depressie neemt hij zware antidepressiva en die werken zeer goed, alleen hebben die als enige bijwerking het stimuleren van z’n fantasie en opwekken van waanbeelden.”
“I see” zei ik, niet goed wetende wat ik er nu van moest denken. “Hij heeft me alvast geen vervelende ochtend gegeven.”
“Goed, zo hoor ik het graag, want hij heeft hier al enkele van onze beste vrienden vanalles op de mouw gespeld en dat gaf enige wrevel in de buurt. Kom, neem jij de wijn mee naar binnen, dan neem ik de veggieburgers.
Toen we klaar waren, stond de keuken vol zakjes en dozen. Het echt uitpakken liet ik liever aan Mary en Dirk over, aangezien ik geen flauw idee had van waar wat hoorde. Ik zag Fred buiten aan het keukenraam zwaaien. Ik moest naar buiten.
“Geniet van vanavond meisje” fluisterde hij.
“Hoezo?” fluisterde ik terug.
“Het is meer dan waarschijnlijk dat dit je laatste echte maaltijd wordt hier. Zo hebben ze mij ook een fuif gegeven toen ik hier aankwam. Hierna volgt alleen nog gerst en haver en tofu.”
“Fred! Wat bedoel je?”
“Jongens! Willen jullie misschien iets drinken? We hebben Gancia en Suze meegebracht. Sophie, jij drinkt toch nog altijd graag Suze, niet?”
“Kom, we gaan iets te drinken halen, vooraleer ze achterdochtig wordt. Ze heeft nogal een probleem met gesprekken niet kunnen volgen. Soms lijkt het alsof hier een groeperingsverbod geldt.”
In de keuken stond Mary klaar met de twee flessen in de hand.
“Wat wil jij Sophie? Rood of geel?”
“Doe maar geel Mary.”
“En jij Fréderiekske?”
“Rood, rood en nog eens rood, zonder ijsblokjes in een groot glas, I like my juices pure!”
“Grapjas. Hier pak aan, en deze chips ook en ga maar weer gezellig buiten zitten. Ooh, Sophie wil jij mij eerst even zeggen hoe je die overheerlijke slasaus die je vroeger maakte ook alweer maakte?”
En toen was Fred nog niet goed en wel buiten of zij begon te fluisteren.
“Ik heb je daarnet niet alles kunnen zeggen, maar Fréderique heeft tijdens zijn depressie ook even in de gevangenis gezeten. Blijkbaar had hij zijn buurvrouw verleid, deze verkracht en daarna haar haar in brand gestoken. Hij heeft altijd alles ontkend, maar toch werd hij schuldig bevonden. Let op als je er lang alleen bij bent en denkt dat hij iets anders dan een goed gesprek in gedachten heeft. Allé, hop hop, naar buiten, geniet van ’t mooie weer, dan zal ik ondertussen de spectaculaire barbecue van vanavond voorbereiden.”
Ik wist niet wat er gaande was. De sfeer van vanmorgen, die ik toch als aangenaam had ervaren, sloeg nu om in een soort van strijd tussen Mary en Fred. En ik wist niet wie ik moest geloven. Wat ik moest geloven. En waarom? De vragen gonsden door m’n hoofd als bijen in een zonnebloemveld.
“En heeft ze je voor mij gewaarschuwd? Ja hé, ik zie het aan je gezicht, je kan nog steeds niets voor mij verbergen.”
“Fred, ik snap niet wat hier gaande is.”
“Dat komt nog wel m’n Fieke.”
“Je weet dat ik niet graag zo genoemd wordt.”
“Yup, dat weet ik, ik zal me proberen bedwingen.”
“Fréderique heeft je hopelijk niet te lastig gevallen met wilde verhalen?”
“Nee hoor, hoezo?”
“Wel, sinds zijn depressie neemt hij zware antidepressiva en die werken zeer goed, alleen hebben die als enige bijwerking het stimuleren van z’n fantasie en opwekken van waanbeelden.”
“I see” zei ik, niet goed wetende wat ik er nu van moest denken. “Hij heeft me alvast geen vervelende ochtend gegeven.”
“Goed, zo hoor ik het graag, want hij heeft hier al enkele van onze beste vrienden vanalles op de mouw gespeld en dat gaf enige wrevel in de buurt. Kom, neem jij de wijn mee naar binnen, dan neem ik de veggieburgers.
Toen we klaar waren, stond de keuken vol zakjes en dozen. Het echt uitpakken liet ik liever aan Mary en Dirk over, aangezien ik geen flauw idee had van waar wat hoorde. Ik zag Fred buiten aan het keukenraam zwaaien. Ik moest naar buiten.
“Geniet van vanavond meisje” fluisterde hij.
“Hoezo?” fluisterde ik terug.
“Het is meer dan waarschijnlijk dat dit je laatste echte maaltijd wordt hier. Zo hebben ze mij ook een fuif gegeven toen ik hier aankwam. Hierna volgt alleen nog gerst en haver en tofu.”
“Fred! Wat bedoel je?”
“Jongens! Willen jullie misschien iets drinken? We hebben Gancia en Suze meegebracht. Sophie, jij drinkt toch nog altijd graag Suze, niet?”
“Kom, we gaan iets te drinken halen, vooraleer ze achterdochtig wordt. Ze heeft nogal een probleem met gesprekken niet kunnen volgen. Soms lijkt het alsof hier een groeperingsverbod geldt.”
In de keuken stond Mary klaar met de twee flessen in de hand.
“Wat wil jij Sophie? Rood of geel?”
“Doe maar geel Mary.”
“En jij Fréderiekske?”
“Rood, rood en nog eens rood, zonder ijsblokjes in een groot glas, I like my juices pure!”
“Grapjas. Hier pak aan, en deze chips ook en ga maar weer gezellig buiten zitten. Ooh, Sophie wil jij mij eerst even zeggen hoe je die overheerlijke slasaus die je vroeger maakte ook alweer maakte?”
En toen was Fred nog niet goed en wel buiten of zij begon te fluisteren.
“Ik heb je daarnet niet alles kunnen zeggen, maar Fréderique heeft tijdens zijn depressie ook even in de gevangenis gezeten. Blijkbaar had hij zijn buurvrouw verleid, deze verkracht en daarna haar haar in brand gestoken. Hij heeft altijd alles ontkend, maar toch werd hij schuldig bevonden. Let op als je er lang alleen bij bent en denkt dat hij iets anders dan een goed gesprek in gedachten heeft. Allé, hop hop, naar buiten, geniet van ’t mooie weer, dan zal ik ondertussen de spectaculaire barbecue van vanavond voorbereiden.”
Ik wist niet wat er gaande was. De sfeer van vanmorgen, die ik toch als aangenaam had ervaren, sloeg nu om in een soort van strijd tussen Mary en Fred. En ik wist niet wie ik moest geloven. Wat ik moest geloven. En waarom? De vragen gonsden door m’n hoofd als bijen in een zonnebloemveld.
“En heeft ze je voor mij gewaarschuwd? Ja hé, ik zie het aan je gezicht, je kan nog steeds niets voor mij verbergen.”
“Fred, ik snap niet wat hier gaande is.”
“Dat komt nog wel m’n Fieke.”
“Je weet dat ik niet graag zo genoemd wordt.”
“Yup, dat weet ik, ik zal me proberen bedwingen.”
Monday, 14 May 2007
Floritsjna en Igor
Nadat Mary Dirk was gevolgd, fluisterde Fred dat hij het straks wel allemaal zou uitleggen. Dat Dirk en Mary op zaterdag altijd boodschappen deden, en dat we dan tijd alleen hadden. En inderdaad, een half uur later kwamen ze beiden de keuken in, uitgedost als twee kerkgangers. “It’s time to shop!” riep Mary. Het was eerder “It’s tiiiiiime to........SHOP!”, een variant op ‘Here comes Jimmy’. Ze leken beiden heel erg vrolijk en het was alsof er niets gebeurd was. Ze vertrokken en wij ruimden de ontbijttafel op.Terwijl ik aan het aanrecht stond, kwam Fred achter me staan. Hij nam me vast bij mijn heupen en duwde zijn hele lichaam tegen me aan. “Is dat de uitleg?” vroeg ik.”Je hebt gelijk”, was zijn verontschuldigend antwoord. “En ja, ergens loopt het in de richting van de uitleg;”
“Ik luister” zei ik terwijl ik me een kop koffie nam en opnieuw aan de keukentafel ging zitten.
“Laten we buiten zitten, dan zien we wanneer ze arriveren. Als Mary weet dat ik je nu al alles vertel, springt ze uit haar vel. We kunnen dus beter opletten en ons niet laten betrappen.”
Hij nam een pilsje uit de koelkast, ik nam m’n kop koffie en we gingen op de bank zitten waar ik die nacht had geslapen.
“Alles is eigenlijk begonnen toen Dirk zijn huidige job als administratief bediende in de steenkoolmijn hier wat verderop kreeg. Elke middag, tijdens de lunch, zat Dirk alleen zijn boterhammen op te eten. Iets wat het medeleven opwekte van de kantinejuffrouw. Floritsjna was een Russische die via via de leiding over de kantine had gekregen. Dirk was blij met de aandacht, al was er een serieus communicatieprobleem. Hij sprak geen Russisch, hij sprak niets, en zij sprak geen gebarentaal. En zoals ik me heb laten wijsmaken, is dat probleem zeer snel opgelost door hun lichaamstaal. Meer bepaald door hun lichaamstaal in de toiletten van de kantine. Floritsjna was niet bepaald vies van hijgen en kreunen en Dirk die het toch niet hoorde, zal haar wel niet in toom gehouden hebben. Ik heb me trouwens ook laten vertellen dat Dirk zijn verbale probleem ruimschoots goedmaakt met wat hij in bed te bieden heeft. Of in de toiletten natuurlijk”
“Hah, dan is dat vraagteken al opgelost. Ik vroeg me al af wat Mary in die sukkel ziet. Maar ’t is dus een kwestie van hormonen. Zo ken ik haar ook wel”
“Enfin, Dirk werd al heel snel verliefd, of dat dacht hij toch, op Floritsjna. Hij kwam soms niet eens meer thuis en bleef dan bij haar overnachten, om ’s ochtends hier opnieuw te arriveren, de kinderen ontbijt te serveren, en dan naar zijn werk te vertrekken. Mary aanschouwde alles met de moed der wanhoop. Hoe ze ook zocht, ze vond geen manier om Dirk aan haar te binden, en weg te houden van die Russin. Tot vorige zomer. Toen leerde ze Igor kennen. Igor was de vriend van Floritsjna en woedend op haar omdat ze er een minnaar op nahield. Hij vond er niets beter op om Mary te verleiden als wraak op wat Floritsjna hem aandeed. En Mary bezweek voor zijn charmes. Ik heb Igor gezien, en ik begrijp waarom ze bezweek. Bloedmooi en gracieus, brede schouders, fantastische glimlach, lippen die vragen om bepoteld te worden, grote handen, grote voeten, en je weet wat ze daarover zeggen. Mary had een tijdje een affaire met Igor, en ze genoot van elke minuut dat ze bij elkaar waren. Mary was in de wolken en de grot stond eindelijk niet meer droog, zoals het zelf te plastisch omschreef. Dirk en Floritsjna ontdekten de affaire en zij werden nog onafscheidelijker. Ze probeerden nu hun relatie niet eens meer te verbergen. Maar het onvermijdelijke gebeurde en Mary raakte zwanger. Meteen toen ze het ontdekte, heeft ze alles in haar mogelijkheden aangesproken om Dirk opnieuw in bed te krijgen. En dat lukte blijkbaar sneller dan ze zelf had verwacht. Eenmaal vrijen was voldoende om haar plan te laten slagen. Ze zou zeggen dat het Dirk’s was, en dat als argument gebruiken om hem opnieuw in haar macht te krijgen. Ze vertelde Igor niet van har zwangerschap en Dirk kreeg als eerste te horen dat het gezin uitgebreid werd. Dirk is toen meteen in een serieuze depressie geraakt, en Floritsjna heeft hij nooit meer gezien, toch niet dat Mary weet. Vanmorgen is Dirk beginnen huilen omdat hij gezien had dat je Moskou vernoemde. En alles wat hem aan Floritsjna doet denken, brengt hem nog steeds heel erg uit zijn evenwicht.”
“Dus Noah is Dirk’s zoon niet?”
“Nee, maar dat weet Dirk zelf niet.”
“En ziet Mary Igor nog?”
”Nee, ze hebben beiden gebroken met hun buitenechtelijke affaires, al blijkt nu ook wel dat ze eigenlijk alles gebroken hebben. Die twee blijven bij elkaar omwille van de kinderen, maar verder bindt niets hen.””En Dirk, werkt die nog steeds in de mijn?”
“Nee, die werkt hier nu fulltime op de boerderij. Zo kan Mary een oogje in het zeil houden. En ze vermoedt dat hij nu en dan zijn genot bij de schapen vindt, maar zelf vindt ze schapen geen concurrentes. Hun lichamelijke relatie is trouwens helemaal naar de knoppen zegt ze.”
“En gisteren? Wat was dat in de keuken?”
“Dat is iets speciaal. Behoorlijk stimulerend hoor. Oh, daar zijn ze. Vlug iets anders. Uhm, dus Istanbul is veel mooier dan je verwacht had?”
“Inderdaad Fredje, inderdaad.”
“Ik luister” zei ik terwijl ik me een kop koffie nam en opnieuw aan de keukentafel ging zitten.
“Laten we buiten zitten, dan zien we wanneer ze arriveren. Als Mary weet dat ik je nu al alles vertel, springt ze uit haar vel. We kunnen dus beter opletten en ons niet laten betrappen.”
Hij nam een pilsje uit de koelkast, ik nam m’n kop koffie en we gingen op de bank zitten waar ik die nacht had geslapen.
“Alles is eigenlijk begonnen toen Dirk zijn huidige job als administratief bediende in de steenkoolmijn hier wat verderop kreeg. Elke middag, tijdens de lunch, zat Dirk alleen zijn boterhammen op te eten. Iets wat het medeleven opwekte van de kantinejuffrouw. Floritsjna was een Russische die via via de leiding over de kantine had gekregen. Dirk was blij met de aandacht, al was er een serieus communicatieprobleem. Hij sprak geen Russisch, hij sprak niets, en zij sprak geen gebarentaal. En zoals ik me heb laten wijsmaken, is dat probleem zeer snel opgelost door hun lichaamstaal. Meer bepaald door hun lichaamstaal in de toiletten van de kantine. Floritsjna was niet bepaald vies van hijgen en kreunen en Dirk die het toch niet hoorde, zal haar wel niet in toom gehouden hebben. Ik heb me trouwens ook laten vertellen dat Dirk zijn verbale probleem ruimschoots goedmaakt met wat hij in bed te bieden heeft. Of in de toiletten natuurlijk”
“Hah, dan is dat vraagteken al opgelost. Ik vroeg me al af wat Mary in die sukkel ziet. Maar ’t is dus een kwestie van hormonen. Zo ken ik haar ook wel”
“Enfin, Dirk werd al heel snel verliefd, of dat dacht hij toch, op Floritsjna. Hij kwam soms niet eens meer thuis en bleef dan bij haar overnachten, om ’s ochtends hier opnieuw te arriveren, de kinderen ontbijt te serveren, en dan naar zijn werk te vertrekken. Mary aanschouwde alles met de moed der wanhoop. Hoe ze ook zocht, ze vond geen manier om Dirk aan haar te binden, en weg te houden van die Russin. Tot vorige zomer. Toen leerde ze Igor kennen. Igor was de vriend van Floritsjna en woedend op haar omdat ze er een minnaar op nahield. Hij vond er niets beter op om Mary te verleiden als wraak op wat Floritsjna hem aandeed. En Mary bezweek voor zijn charmes. Ik heb Igor gezien, en ik begrijp waarom ze bezweek. Bloedmooi en gracieus, brede schouders, fantastische glimlach, lippen die vragen om bepoteld te worden, grote handen, grote voeten, en je weet wat ze daarover zeggen. Mary had een tijdje een affaire met Igor, en ze genoot van elke minuut dat ze bij elkaar waren. Mary was in de wolken en de grot stond eindelijk niet meer droog, zoals het zelf te plastisch omschreef. Dirk en Floritsjna ontdekten de affaire en zij werden nog onafscheidelijker. Ze probeerden nu hun relatie niet eens meer te verbergen. Maar het onvermijdelijke gebeurde en Mary raakte zwanger. Meteen toen ze het ontdekte, heeft ze alles in haar mogelijkheden aangesproken om Dirk opnieuw in bed te krijgen. En dat lukte blijkbaar sneller dan ze zelf had verwacht. Eenmaal vrijen was voldoende om haar plan te laten slagen. Ze zou zeggen dat het Dirk’s was, en dat als argument gebruiken om hem opnieuw in haar macht te krijgen. Ze vertelde Igor niet van har zwangerschap en Dirk kreeg als eerste te horen dat het gezin uitgebreid werd. Dirk is toen meteen in een serieuze depressie geraakt, en Floritsjna heeft hij nooit meer gezien, toch niet dat Mary weet. Vanmorgen is Dirk beginnen huilen omdat hij gezien had dat je Moskou vernoemde. En alles wat hem aan Floritsjna doet denken, brengt hem nog steeds heel erg uit zijn evenwicht.”
“Dus Noah is Dirk’s zoon niet?”
“Nee, maar dat weet Dirk zelf niet.”
“En ziet Mary Igor nog?”
”Nee, ze hebben beiden gebroken met hun buitenechtelijke affaires, al blijkt nu ook wel dat ze eigenlijk alles gebroken hebben. Die twee blijven bij elkaar omwille van de kinderen, maar verder bindt niets hen.””En Dirk, werkt die nog steeds in de mijn?”
“Nee, die werkt hier nu fulltime op de boerderij. Zo kan Mary een oogje in het zeil houden. En ze vermoedt dat hij nu en dan zijn genot bij de schapen vindt, maar zelf vindt ze schapen geen concurrentes. Hun lichamelijke relatie is trouwens helemaal naar de knoppen zegt ze.”
“En gisteren? Wat was dat in de keuken?”
“Dat is iets speciaal. Behoorlijk stimulerend hoor. Oh, daar zijn ze. Vlug iets anders. Uhm, dus Istanbul is veel mooier dan je verwacht had?”
“Inderdaad Fredje, inderdaad.”
Tuesday, 8 May 2007
Die ochtend aan de ontbijttafel
Op zaterdagochtend werd ik gewekt door twee kindergezichtjes. Lotte en Sarah keken me aan alsof ik een nooit eerder gezien iets was. Pas toen ik zelf glimlachte, glimlachte Sarah uitbundig terug. Ze sprak nog geen woorden, maar haar ogen spraken echter boekdelen. Lotte verpinkte niet. Ik weet dat het ongepast is om je negatief uit te laten over kleine kinderen, maar dit geval was een klein teefje dat, als het niet correct werd geleid, zou uitgroeien tot een bitch van formaat.
Fred was al verdwenen, en misschien was dat gezien zijn schaars kledingsgebruik wel een geluk. Ik wreef m’n ogen even heel kort uit, waarna ik het hoofd van Lotte gebruikte om rechtop te komen. De bank waar ik die nacht op had geslapen had m’n botten duidelijk ingedeukt. Ik maakte met een kleine wuifbeweging van m’n hand duidelijk dat de kinderen beter andere oorden opzochten en ging zelf naar binnen.Ik liep recht naar de keuken, de weg kende ik al, en ik vond er de drie musketiers aan het ontbijt. Dirk keek op en keek meteen terug naar z’n bord. Fred wierp me een knipoog toe en Mary werd op slag bloedrood en verslikte zich in haar ongedesemde brood met tahinbeleg.
Mary was al jaren mijn goeie vriendin, en iedereen weet dat we ooit zo close waren dat schunnige en vernederende woorden ons naar het hoofd werden geslingerd. Ik had haar leren kennen toen ze in de lagere school arriveerde. We zaten in het derde leerjaar toen we halfweg het jaar te horen kregen dat er een nieuw meisje bij ons in de klas kwam. Haar vader had een behoorlijk belangrijke functie in de nabijgelegen fabriek en werd vanuit Engeland overgeplaatst naar ons kleine stadje. Mary sprak geen woord Nederlands, maar nog vooraleer het jaar om was, konden we geen geheime gesprekken meer over haar voeren als ze in de buurt was. Ze was intelligent en grappig, en bovenal zeer mooi. Wanneer wij samen op stap gingen, gingen we gegarandeerd elk onze eigen weg met een vers gevangen vis, maar dat was natuurlijk wel een paar jaar later. Sindsdien zijn we onafscheidelijk geweest, met uitzondering van het Noah-debacle en de laatste jaren toen ze met Dirk was verhuisd naar P.
Ze keek me van onder haar wimpers aan, die ochtend aan de ontbijttafel. Ik ging zitten en had me voorgenomen te doen alsof er niets gebeurd was. Ik begon over haar mooie boerderij en over de schatten van kinderen die ze had. Liegen was nooit zo moeilijk voor mij geweest, vooral niet als ik wist waar ik naar toe wou. En nu wou ik Mary laten kruipen. Zij zei echter niks, en van Dirk kon ik al helemaal geen zinnig antwoord verwachten. Mijn hoop was op Fred gericht en hij pikte er op in. Hij beaamde wat ik zei en vertelde meteen dat de zomers in P. verrukkelijk zijn, dat even verderop een prachtig riviertje liep, en dat de mensen uit het dorp uit peperkoek leken gesneden. Ik zag hoe Mary de situatie aan het aftasten was. De conversatie liep echter vast. Even heel snel nagedacht en ik vond het een goed idee om over mij te vertellen. Ik begon te vertellen hoe ik de laatste tijd vaak bezig was met schilderen, poëzie en tuinieren, dat ik me graag en vrijwillig bezighield met een opvangtehuis voor zwangere katjes, en dat ik ook veel reisde, op zoek naar antwoorden die ik toch nooit zou vinden, maar zo bleef ik bezig en zag ik een stukje van de wereld. Ik vertelde over de reis naar Dublin, waar ik een oudtante ging opzoeken, over de citytrip naar Istanbul, waar ik de geschiedenis van de laatste sultan ging exploreren, en ik vertelde hen over de twee maanden die ik in Moskou doorbracht. Ik was nog maar net dat verhaal begonnen, of Dirk begint daar nu toch te wenen. Een volwassen man die als een klein kind zit te schudden en te snikken en er duidelijk geen einde aan ziet komen. Ik voelde me bijna schuldig, maar ik heb geen last van dat begrip, dus at ik verder. Mary keek overal behalve naar Dirk en Fred zat te grinniken. Uiteindelijk sprong hij recht en liep hij de trap naar boven op. Ik mompelde nog even toen hij tegen de deurpost liep en even later hoorden we hem de trap afsukkelen. Wat Mary ooit in die gast gezien heeft, weet ik nog altijd niet.
Fred was al verdwenen, en misschien was dat gezien zijn schaars kledingsgebruik wel een geluk. Ik wreef m’n ogen even heel kort uit, waarna ik het hoofd van Lotte gebruikte om rechtop te komen. De bank waar ik die nacht op had geslapen had m’n botten duidelijk ingedeukt. Ik maakte met een kleine wuifbeweging van m’n hand duidelijk dat de kinderen beter andere oorden opzochten en ging zelf naar binnen.Ik liep recht naar de keuken, de weg kende ik al, en ik vond er de drie musketiers aan het ontbijt. Dirk keek op en keek meteen terug naar z’n bord. Fred wierp me een knipoog toe en Mary werd op slag bloedrood en verslikte zich in haar ongedesemde brood met tahinbeleg.
Mary was al jaren mijn goeie vriendin, en iedereen weet dat we ooit zo close waren dat schunnige en vernederende woorden ons naar het hoofd werden geslingerd. Ik had haar leren kennen toen ze in de lagere school arriveerde. We zaten in het derde leerjaar toen we halfweg het jaar te horen kregen dat er een nieuw meisje bij ons in de klas kwam. Haar vader had een behoorlijk belangrijke functie in de nabijgelegen fabriek en werd vanuit Engeland overgeplaatst naar ons kleine stadje. Mary sprak geen woord Nederlands, maar nog vooraleer het jaar om was, konden we geen geheime gesprekken meer over haar voeren als ze in de buurt was. Ze was intelligent en grappig, en bovenal zeer mooi. Wanneer wij samen op stap gingen, gingen we gegarandeerd elk onze eigen weg met een vers gevangen vis, maar dat was natuurlijk wel een paar jaar later. Sindsdien zijn we onafscheidelijk geweest, met uitzondering van het Noah-debacle en de laatste jaren toen ze met Dirk was verhuisd naar P.
Ze keek me van onder haar wimpers aan, die ochtend aan de ontbijttafel. Ik ging zitten en had me voorgenomen te doen alsof er niets gebeurd was. Ik begon over haar mooie boerderij en over de schatten van kinderen die ze had. Liegen was nooit zo moeilijk voor mij geweest, vooral niet als ik wist waar ik naar toe wou. En nu wou ik Mary laten kruipen. Zij zei echter niks, en van Dirk kon ik al helemaal geen zinnig antwoord verwachten. Mijn hoop was op Fred gericht en hij pikte er op in. Hij beaamde wat ik zei en vertelde meteen dat de zomers in P. verrukkelijk zijn, dat even verderop een prachtig riviertje liep, en dat de mensen uit het dorp uit peperkoek leken gesneden. Ik zag hoe Mary de situatie aan het aftasten was. De conversatie liep echter vast. Even heel snel nagedacht en ik vond het een goed idee om over mij te vertellen. Ik begon te vertellen hoe ik de laatste tijd vaak bezig was met schilderen, poëzie en tuinieren, dat ik me graag en vrijwillig bezighield met een opvangtehuis voor zwangere katjes, en dat ik ook veel reisde, op zoek naar antwoorden die ik toch nooit zou vinden, maar zo bleef ik bezig en zag ik een stukje van de wereld. Ik vertelde over de reis naar Dublin, waar ik een oudtante ging opzoeken, over de citytrip naar Istanbul, waar ik de geschiedenis van de laatste sultan ging exploreren, en ik vertelde hen over de twee maanden die ik in Moskou doorbracht. Ik was nog maar net dat verhaal begonnen, of Dirk begint daar nu toch te wenen. Een volwassen man die als een klein kind zit te schudden en te snikken en er duidelijk geen einde aan ziet komen. Ik voelde me bijna schuldig, maar ik heb geen last van dat begrip, dus at ik verder. Mary keek overal behalve naar Dirk en Fred zat te grinniken. Uiteindelijk sprong hij recht en liep hij de trap naar boven op. Ik mompelde nog even toen hij tegen de deurpost liep en even later hoorden we hem de trap afsukkelen. Wat Mary ooit in die gast gezien heeft, weet ik nog altijd niet.
Friday, 4 May 2007
Surreëel tafereel
Mijn valiezen zijn uitgepakt, de wasmachine draait op volle toeren, en de post is gesorteerd. Alleen rekeningen, ‘k was beter weggebleven. Ondertussen heb ik ook al boodschappen gedaan, want ik had niets meer in huis. En ik snakte naar brol, niet het biologisch veganistisch super-de-luxe yin en yang macrobiotische voer dat ik ten huize Mary kreeg. Tasty as it may be, your taste leaves you after two days. Nu, de anderhalve week bij Mary dus. Ik werd meteen in haar vreemde wereld gegooid toen ik arriveerde.
Ik arriveerde laat, te laat eigenlijk. De afspraak was dat ik ten laatste om 20.00 zou arriveren, en als dat niet zou lukken dan zou ik pas de zaterdag aankomen. De trein had al vertraging omdat één of andere ziekelijk in liefdesverdriet verdrinkende boerenzoon zichzelf en zijn lievelingsvarken voor de trein had gegooid. Omdat zowel de zoon en het varken verschillende botten hadden gebroken kon de trein niet meteen vertrekken waarop we allen getuige waren van hoe eerst het varken en daarna de zoon met een heftruck van de sporen waren gelicht. Ik arriveerde in het eindstation om 19.30 waardoor ik net de bus naar P., het dorpje waar Mary woont, miste. Ik moest bijgevolg een uur wachten op de volgende waardoor ik pas om 21.00 van de bus stapte. Nog een klein half uur wandelen en zoeken, en uiteindelijk kwam ik aan bij haar mooie boerderij. Het licht scheen door één van de vensters en ik hoorde een gekwelde zanger en een ontstemde piano. De voordeur stond open, maar toch belde ik aan. Niemand kwam echter aan de deur, waardoor ik een tweede keer aanbelde. Nog steeds geen antwoord, dus waagde ik het er op en ging de hall binnen. Ik volgde het licht en kwam uiteindelijk in de keuken aan. In het deurgat bleef ik staan, verwonderd en vooral geamuseerd door wat ik zag.
De gekwelde zanger was Dirk, de doofstomme man van Mary. Hij zat met zijn rug naar mij aan een half ineengezakte buffetpiano. En terwijl hij ‘The Witch Of Fauldshope’ op de nog werkende toetsen probeerde te spelen, probeerde hij eveneens aan de hand van de partituur de tekst mee te zingen. Een gekeelde zeehond had er niets aan.Maar dat was bijlange niet het meest vreemde in de kamer. Zowel Mary als Fred liepen elkaar poedelnaakt en geblinddoekt achterna. In rondjes rond de keukentafel zaten beiden in een vreemde dans gevangen. Telkens Fred Mary kon tikken, trok hij éénmaal aan zijn erecte lid. Wanneer Mary hem kon aanraken ging Fred door de knieën en kuste haar kont drie maal als betrof het een gezicht. Ik besloot me muisstil te houden en het tafereel verder gade te slaan.
Wanneer Dirk bij het einde van het lied kwam, draaide hij de partituur en begon een nieuw lied. Na enkele maten herkende ik ‘It's a Long Way to Tipperary’. Fred en Mary vielen nu in elkaars armen en dansten een slow die niets aan de verbeelding overliet. Terwijl ze hun zweterige lijven dichter bij elkaar lieten komen, nam Mary Freds lid en stak het zo diep als kon in haar gulzige vagina. Ik werd er zowaar opgewonden van. Mary ook, want haar borsten, die steeds mijn bewondering hadden gekregen, kwamen voller te staan en tepels die ogen konden uitsteken verschenen als vrolijke kabouters. Fred echter trok zich telkens terug. Eerst dacht ik dat Fred niet wou, even later merkte ik dat het een voorspel zonder gelijke was. Beiden waren het lange lied aan het uitspelen tot Dirk ‘De Vogeltjesdans’ inzette. Mary en Fred vielen op de grond en neukten zichzelf te pletter. Het duurde hoogstens anderhalve minuut vooraleer ze beiden tegelijk klaarkwamen. Hun gegil bij het hoogtepunt ontlokte aan mij een gil en meteen stopte de muziek en het gegil en trokken beiden hun blinddoek af.
Mary sprong als eerste op, wat het gemakkelijkst was omdat zij op Fred zat, en rende naar boven. Dirk rende Mary achterna, maar die was in z’n haast eerst tegen de deurpost gelopen, waarna ik hem even later van de trap hoorde vallen, alles terwijl hij Quasimodogewijs mompelde. Fred stond uiteindelijk ook recht, en kwam naar me toe. Hij kuste me volop op de mond en nodigde me uit om met hem op het terras te gaan zitten, wachtend op Mary en Dirk. We wachtten en wachtten en wachtten, zonder verder een woord te zeggen, en ergens rond middernacht ben ik op Freds schoot in slaap gevallen.
Ik arriveerde laat, te laat eigenlijk. De afspraak was dat ik ten laatste om 20.00 zou arriveren, en als dat niet zou lukken dan zou ik pas de zaterdag aankomen. De trein had al vertraging omdat één of andere ziekelijk in liefdesverdriet verdrinkende boerenzoon zichzelf en zijn lievelingsvarken voor de trein had gegooid. Omdat zowel de zoon en het varken verschillende botten hadden gebroken kon de trein niet meteen vertrekken waarop we allen getuige waren van hoe eerst het varken en daarna de zoon met een heftruck van de sporen waren gelicht. Ik arriveerde in het eindstation om 19.30 waardoor ik net de bus naar P., het dorpje waar Mary woont, miste. Ik moest bijgevolg een uur wachten op de volgende waardoor ik pas om 21.00 van de bus stapte. Nog een klein half uur wandelen en zoeken, en uiteindelijk kwam ik aan bij haar mooie boerderij. Het licht scheen door één van de vensters en ik hoorde een gekwelde zanger en een ontstemde piano. De voordeur stond open, maar toch belde ik aan. Niemand kwam echter aan de deur, waardoor ik een tweede keer aanbelde. Nog steeds geen antwoord, dus waagde ik het er op en ging de hall binnen. Ik volgde het licht en kwam uiteindelijk in de keuken aan. In het deurgat bleef ik staan, verwonderd en vooral geamuseerd door wat ik zag.
De gekwelde zanger was Dirk, de doofstomme man van Mary. Hij zat met zijn rug naar mij aan een half ineengezakte buffetpiano. En terwijl hij ‘The Witch Of Fauldshope’ op de nog werkende toetsen probeerde te spelen, probeerde hij eveneens aan de hand van de partituur de tekst mee te zingen. Een gekeelde zeehond had er niets aan.Maar dat was bijlange niet het meest vreemde in de kamer. Zowel Mary als Fred liepen elkaar poedelnaakt en geblinddoekt achterna. In rondjes rond de keukentafel zaten beiden in een vreemde dans gevangen. Telkens Fred Mary kon tikken, trok hij éénmaal aan zijn erecte lid. Wanneer Mary hem kon aanraken ging Fred door de knieën en kuste haar kont drie maal als betrof het een gezicht. Ik besloot me muisstil te houden en het tafereel verder gade te slaan.
Wanneer Dirk bij het einde van het lied kwam, draaide hij de partituur en begon een nieuw lied. Na enkele maten herkende ik ‘It's a Long Way to Tipperary’. Fred en Mary vielen nu in elkaars armen en dansten een slow die niets aan de verbeelding overliet. Terwijl ze hun zweterige lijven dichter bij elkaar lieten komen, nam Mary Freds lid en stak het zo diep als kon in haar gulzige vagina. Ik werd er zowaar opgewonden van. Mary ook, want haar borsten, die steeds mijn bewondering hadden gekregen, kwamen voller te staan en tepels die ogen konden uitsteken verschenen als vrolijke kabouters. Fred echter trok zich telkens terug. Eerst dacht ik dat Fred niet wou, even later merkte ik dat het een voorspel zonder gelijke was. Beiden waren het lange lied aan het uitspelen tot Dirk ‘De Vogeltjesdans’ inzette. Mary en Fred vielen op de grond en neukten zichzelf te pletter. Het duurde hoogstens anderhalve minuut vooraleer ze beiden tegelijk klaarkwamen. Hun gegil bij het hoogtepunt ontlokte aan mij een gil en meteen stopte de muziek en het gegil en trokken beiden hun blinddoek af.
Mary sprong als eerste op, wat het gemakkelijkst was omdat zij op Fred zat, en rende naar boven. Dirk rende Mary achterna, maar die was in z’n haast eerst tegen de deurpost gelopen, waarna ik hem even later van de trap hoorde vallen, alles terwijl hij Quasimodogewijs mompelde. Fred stond uiteindelijk ook recht, en kwam naar me toe. Hij kuste me volop op de mond en nodigde me uit om met hem op het terras te gaan zitten, wachtend op Mary en Dirk. We wachtten en wachtten en wachtten, zonder verder een woord te zeggen, en ergens rond middernacht ben ik op Freds schoot in slaap gevallen.
They threw purgatory into the bin!
Back! I just arrived from the country, where I have been staying with Mary, and what an amazing stay it was. I learned so much, about Mary and about Fred, but also about myself. I always loved Mary for giving me these wonderful views of how she sees the world. Anyway, one of the more important things concerning this blog is the fact I need to write in my own tongue. So the next entry will be in Dutch. But now first of all, I need to unpack, wash the dirty laundry, and then I'll return with the story of the near-fortnight I spend in absolute heaven, hell and all the places in between.
Subscribe to:
Posts (Atom)